Subsidie voor de concurrent

In de heffingen van DNB aan betaalinstellingen voor de toezichtkosten in 2020 is sprake van kruissubsidiering. Bijna een kwart van de betalen bijdrage wordt gebruikt om de kosten voor het toezicht op concurrenten te betalen. Het gaat om tien tot honderduizend euro per instelling.

Op basis van de ZBO verantwoording 2019 van DNB kan worden vastgesteld dat door de grote overschrijving van het budget van DNB in 2019 de kosten voor nieuwe toetreders op de markt zo’n 1,4 miljoen euro bedroegen, maar liefst 19% van de totale kosten voor betaalinstellingen in 2019.

Daarnaast heeft DNB in het verleden al aangegeven dat er zo’n 5-10% aan kosten wordt gemaakt voor buitenlandse paspoorthouders die niet bijdragen aan DNB in Nederland en voor de vrijgestelde betaaldienstverleners.

Bestaande vergunninghouders, die in 2019 een vergunning hadden van DNB, dragen in 2020 dus 24% van hun toezichtkosten af ten gunste van hun directe concurrenten in de markt. Voor kleine instellingen kunnen de toezichtkosten oplopen tot 10% van hun omzet en gaat als snel om tienduizenden euro’s.

Het Ministerie van Financiën en DNB hebben bevestigd dat de hoge stijging in 2020 het gevolg is van de vele nieuwe toetreders in 2019, maar hebben geen maatregelen genomen om deze kosten in 2020 niet te verhalen op de bestaande instellingen.

De VBIN heeft het ministerie nogmaals nadrukkelijk verzocht deze buitenproportionele vorm van kruissubsidie over 2020 te corrigeren en de heffingen voor betaalinstellingen met 16,5 te verlagen. De leden van de VBIN hebben bij DNB al een bezwaar ingediend op de heffingen 2020 en verzocht de behandeling van het bezwaar aan te houden totdat de reactie van het Ministerie is ontvangen.



About the author: Vbin

Leave a Reply

Your email address will not be published.