Toezichtkosten ontploft!

Kosten van het toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) op betaalinstellingen stijgen voor 2020 voor alle instellingen met meer dan 50% en meestal 70-80%. Het zelfrijzend bakmeel van de toezichtkosten is ontploft!

De Verenigde Betaalinstellingen Nederland (VBIN) is de stijgende toezichtkosten al jaren een doorn in het oog. Zij voert hierover dan ook al jaren gesprekken met het Ministerie van Financiën en de DNB, met helaas beperkt succes. Voor het jaar 2020 was aanvankelijk nog een grotere stijging voorzien, maar die werd, mede door aandacht voor het probleem in de nationale pers, nog iets omlaag bijgesteld.

Wat is het probleem en hoe moet dit worden aangepakt? De VBIN maakte een analyse.

Kostenkader DNB 2017-2020

Het kostenkader wordt door het Ministerie van Financiën vastgesteld en voorgelegd aan de Tweede Kamer. Dit kostenkader is een zeer belangrijk en sturend element en ziet erop toe dat de kosten van toezicht niet ongelimiteerd en onredelijk kunnen stijgen. Het kostenkader wordt iedere keer per 4 jaar vastgesteld. De toezichthouder is bij het opstellen van de begroting gehouden aan het plafond van het kostenkader. Dit geeft duidelijkheid voor de Tweede Kamer alsmede voor de onder toezicht staande instellingen. In dit kostenkader is tevens ruimte opgenomen voor ‘bekende uitbreidingen van het takenpakket’ alsmede voor ‘onvoorziene intensiveringen’. Dit wordt wel de ‘flexibele schil’ genoemd.

In de brief waarin de Minister het kostenkader 2017-2020 aan de Tweede Kamer heeft aangeboden wordt nog aangehaald “Met de nieuwe kostenkaders wordt tegemoet gekomen aan mijn wens om de kosten van de toezichthouders te reduceren” en dat de “toezichthouders een (efficiency)taakstelling opgelegd krijgen”.

en

“…nemen de kosten voor het toezicht van DNB gedurende de looptijd van het kostenkader 2017-2020 af (afgezien van eventuele loon- en prijsbijstelling).”

Meer specifiek is te lezen dat de begroting van DNB van 153,4 miljoen euro in 2017 naar 149,6 miljoen euro in 2020 zal dalen. De verwachtingen die dit kostenkader voor de sector gaven was een dalende trend in de toezichtkosten of in geval van Loon- en prijsbijstelling een gelijkblijvende trend.

ZBO Begroting DNB 2017-2020

Jaarlijks presenteert DNB haar ZBO begroting. Een snelle vergelijking van het kostenkader en de begrotingen over 2017-2020 laat een beeld zien dat geheel tegengesteld is. De kosten voor DNB toezicht dalen niet zoals afgesproken over 2017-2020 maar stijgen aanzienlijk.

Over de gehele periode is zelfs een stijging van 22% van de begroting van DNB (een toename van 34 miljoen euro, zijde een afwijking van het kostenkader van 38,8 miljoen euro.


KostenkaderZBO begrotingAfwijkingStijging %
2017153,4 M154,4 M+ 1,0 M
2018153,0 M157,3 M+ 4,3 M1,9%
2019151,2 M164,0 M+ 12,8 M4,3%
2020149,6 M188,4 M+ 38,8 M14,9%

Gesteld kan worden dat DNB dus geheel tegen de wens van de kamer en de minister in de afgelopen jaren aanzienlijk meer kosten maakt voor het toezicht en deze kosten worden geheel betaald door de sector. Het kostenkader heeft geheel gefaald.

Betaalinstellingen

Voor betaalinstellingen ziet het er nog veel ongunstiger uit. De kosten voor deze specifieke instellingen stijgen namelijk al jaren nog veel harder dan de gemiddelde kostenstijging van DNB.

Voor een eerlijke en goede vergelijking van de toezichtkosten die bij individuele instellingen in rekening worden gebracht is onderstaande berekening gemaakt door de VBIN. Hierbij is uitgegaan van een ‘kleine’ betaalinstelling met een totale omzet aan transactie gerelateerde werkzaamheden (“provisie-inkomsten”) van € 1.000.000.


ToezichtkostenStijging% van de omzet
2017€ 52.000
5,2%
2018€ 56.8009,2%5,5%
2019*€ 67.41018,7%6,74%
2020*€ 106.50057.9%10,6%

*Voor 2019 geldt dat DNB naast de stijging in de begroting, tevens een aanzienlijke overschrijding heeft gerealiseerd. Deze overschrijding wordt in 2020 in rekening gebracht bij de instellingen.

In 2020 betaalt een kleine instelling dus meer dan 10% van zijn omzet aan toezichtkosten voor het toezicht van DNB. Dit is buitenproportioneel en valt buiten alle grenzen van redelijkheid en billijkheid.

Onevenredige verdeling

VBIN is over de toezichtkosten al jaren in gesprek met DNB en hier zijn ook een aantal acties uit voortgekomen. Zo levert de verdeelsleutel van “Provisie-inkomsten” een verdeelsleutel die onevenredige kostenverdeling tot gevolg heeft. Op aandringen van de VBIN heeft DNB recent samen met het Ministerie (op 21 september jl) een aanpassing in de regeling voorgesteld waarmee ook andere factoren kunnen worden meegenomen zijnde “vergunning en type betaaldienst” en “minimum omvang toetsingsvermogen”.

De VBIN is van mening dat hiermee de onevenredige verdeling tussen de betaalinstellingen opgelost zou kunnen worden vanaf 2021. Uiteraard in afwachting van de precieze invulling van deze nieuwe verdeling.

Oorzaken kostenstijging

In gesprek met DNB zijn de oorzaken van deze hoge kostenstijgingen besproken. Hoewel in het kostenkader een flexibele schil was opgenomen voor bekende en onbekende toekomstige werkzaamheden is DNB klaarblijkelijk toch verrast door de volgende zaken:

  • PSD2 en de vertraagde invoering PSD2 in Nederland
  • Renovatie van het pand van DNB
  • Benodigde automatisering binnen DNB
  • Extra aandacht voor Anti-Witwas regels binnen de EU
  • Extra werkzaamheden voor instellingen die de zaken onvoldoende op orde hadden.
  • Brexit gevolgen

Het is voor de VBIN moeilijk voor te stellen dat al deze zaken voor DNB als verassing kwamen en in 2016 niet waren voorzien. Met name ook de kosten voor PSD2, automatisering en huisvesting lagen voor de hand.

In gesprek met DNB is verder geconstateerd dat de extra kosten gemaakt in 2019 (en doorberekend in 2020) voor een groot deel te maken hadden met de grote hoeveelheid extra aanvragen voor vergunningen vanwege de Brexit.

Deze vergunningsaanvragen hebben een eigen bijdrage, maar die zijn verre van kostendekkend. Daarnaast zijn veel extra betaalinstellingen toegetreden met een vergunning onder PSD2 dienst 7 en 8 en ook deze vergunningsaanvragen zijn niet kostendekkend.

Gevolgen

De gevolgen zijn dat de bestaande vergunning houdende instellingen de rekening gepresenteerd krijgen voor de nieuwe toetreders op de markt (concurrentie) en dat zowel de kosten hiervoor over 2019 als die over 2020 worden doorberekend. De nieuwe instellingen hebben in 2019 namelijk nog geen “provisie-inkomsten” en betalen daardoor slechts 5.000 euro voor hun vergunning in 2020.

Daarnaast heeft DNB bevestigd dat steeds meer werkzaamheden worden verricht voor vrijgestelde instellingen en voor instellingen met een vergunning in een ander EU land. Deze instellingen betalen zelf niet bij aan het toezicht van DNB in Nederland en de kosten hiervoor worden in rekening gebracht bij de Nederlandse vergunning houdende instellingen (wederom: concurrentie).

Level Playing Field in Europa

In een eerder onderzoek van de ACM in 2018 is reeds vastgesteld dat de toezichtkosten in Nederland tot de hoogste van Europa behoren en dat de ongelijke verdeling tussen kleine en grote instellingen enorm is. De kosten zijn sindsdien alleen maar gestegen in Nederland het Europese Level Playing Field is geheel zoek.

DNB heeft de ambitie om een voorbeeld te zijn als toezichthouder voor Europa, maar heeft in die ambitie naar het lijkt niet opgenomen om het beste toezicht binnen passende en redelijke kosten te bieden.

De hoge kosten en zware regeldruk in Nederland heeft een negatief effect op het vestigingsklimaat voor betaalinstellingen en fintech. En dat terwijl de minister recent een Fintech actieplan heeft gepresenteerd dat dit vestigingsklimaat juist dient te bevorderen.

Conclusies

  • De kostenstijging van DNB voor de betaalinstellingen is buiten proportioneel en buiten alle kostenkaders en maten van redelijkheid en billijkheid;
  • Een kleine instelling betaald meer dan 10% van zijn omzet aan het directe toezicht door DNB (nog los van de indirecte kosten van het toezicht);
  • Huidige vergunninghouders betalen onevenredig voor het toetreden (vergunningsverlening) van nieuwe instellingen;
  • Huidige vergunninghouders betalen onevenredig voor het toezicht op nieuwe instellingen;
  • Huidige vergunninghouders betalen onevenredig voor het toezicht op vrijgestelde instellingen en instellingen met een vergunning in een ander EU land;
  • De toezichtkosten van DNB staan een Europees Level Playing Field in de weg;
  • De passendheid en redelijkheid van de toezichtkosten van DNB zijn geheel zoek;
  • Fintech staat onder hoge regel- en kostendruk in Nederland terwijl de Minister Nederland juist aantrekkelijker wil maken voor deze sector.

Oplossingen

De VBIN is reeds in gesprek met DNB over oplossingen om de kosten eerlijker te verdelen. Zoals eerder aangegeven is hiervoor recent het concept wijzigingsbesluit aan de Tweede Kamer aangeboden.

Daarnaast heeft DNB aangegeven met het Ministerie van Financiën in gesprek te zijn over een passendere toewijzing van de kosten voor eenmalige handelingen (zoals vergunningverlening); zodat die kosten niet (teveel) bij de andere instellingen in rekening worden gebracht.

Hieruit geeft de DNB blijk van inzicht in de noodzaak om tot een eerlijke en passende verdeling van de toezichtkosten te komen.

Echter voor 2020 is nog geen oplossing voorzien. De kosten zijn in 2020 niet alleen oneerlijk verdeeld maar ook nog eens extreem hoog en buitenproportioneel gestegen. Ze worden doorberekend aan de bestaande instellingen en niet aan de nieuwe instellingen (welke voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor deze stijging). DNB heeft alsnog toegezegd hierover in gesprek te gaan met het Ministerie.

Tevens worden er door DNB geen zichtbare stappen genomen om de toezichtkosten terug te brengen tot normale proporties en aan de oorspronkelijke doelstelling van daling van de toezichtkosten te werken.

VBIN wil in gesprek met het Ministerie van Financiën en de leden van de Tweede Kamer over een oplossing voor deze ontplofte kosten van DNB en staat open voor gesprekken hierover.

Tenslotte heeft het Ministerie van Financiën in een eerder gesprek aan VBIN aangegeven dat voor het nieuwe kostenkader 2021-2025 niet de huidige stand van de kosten de basis zullen vormen, maar het kostenkader 2017-2020. Het voorstel van DNB over het nieuwe kostenkader is inmiddels maanden vertraagd, maar de VBIN is zeer benieuwd of DNB daar aan gehouden gaat worden en in 2021 een bezuiniging van bijna 38 miljoen gaat doorvoeren.

About the author: Vbin

You must be logged in to post a comment.